Blog Lotte: mijn man de verloskundige

De kinderen liggen net op bed en mij man en ik kijken samen nog een filmpje op de bank als mijn telefoon gaat. Het is Aron de partner van Jessica, de weeën zij 3 uur geleden begonnen, nu om de 2-3 minuten en de vliezen zijn zojuist gebroken. Mooi helder water zegt hij maar ze heeft nu wel wat drukgevoel, dus hij vond het nu wel tijd om mij te bellen. In mijn hoofd gaat het snel “tweede kindje weeën kort op elkaar, gebroken vliezen en drukgevoel, dat wordt haasten!”

Ik geef Aron de instructie om aan Jessica te vragen niet mee te persen, en te gaan liggen op bed. De voordeur mag alvast een stukje open zodat ik makkelijk door kan lopen.

Zodra ik ophang komt mijn man, met mijn jas en autosleutel al in de hand, uit de gang rennen. Hij zegt;  “Opschieten Lotte! Als de vliezen zijn gebroken gaat die baby zo komen, je moet echt vliegen!”  De adrenaline spat ervan af, hij rent naar de voordeur, schuift mijn bevalkoffer in de auto geeft mij nog net geen duwtje de auto in.

Als ik over de weg race (2 keer door rood en iets te hard) lach ik van binnen om zijn goedbedoelde hulp. Ik voel die adrenaline ook maar heb mezelf aangeleerd om altijd de rust en het overzicht te bewaren. Ik bel alvast de kraamzorg zodat ook zij kan gaan rijden.

8 minuten nadat Aron heeft gebeld parkeer ik de auto voor de deur, Aron komt lachend naar buiten lopen, “Hij is al geboren!” Zegt hij vrolijk. Hij pakt mijn verlostas mee en we lopen samen naar binnen. In de gang ligt Jessica, ze heeft haar bed niet meer gered. “Ik kon hem niet meer binnenhouden Lotte, dit is Willem” zegt ze.  Willem ligt heerlijk roze op de borst van Jessica. Samen met Aron dekken we Willem lekker toe, de placenta wordt ook heel vlot nog in de gang geboren. Op verzoek van Jessica Stempel ik met Aron de placenta op een groot wit vel, ziet er prachtig uit die levensboom.

Als de kraamzorg komt ligt Jessica heerlijk boven met Willem in haar warme bed. Een kopje thee, beschuitje met muisjes en oma aan de lijn om dit bevalverhaal toch even te kunnen delen.

Als ik thuis kom is het al nacht, ik kijk bij alle 4 mijn kinderen even om de hoek of ze lekker liggen te slapen. Dan schuif ik muisstil naast mijn man in bed, half slaperig vraagt hij “en was je nog op tijd?”.